Met de financiële crisis van 2008 nog vers in het geheugen, is het logisch dat velen zich zorgen maken over de impact van COVID-19 op de financiële sector. Om inzicht te geven in de mate waarin de financiële markten bestand zijn tegen een economische schok waarvan de bodem wellicht nog niet is bereikt, en in de grote onzekerheid die ermee gepaard gaat, gaf de Nationale Bank van België (NBB) op 7 juli een presentatie aan de leden van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) over de impact van COVID-19 op de financiële sector. De NBB baseerde zich hiervoor op haar recentste Financial Stability Report. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste bevindingen.
Volgens de NBB hoeven we ons voorlopig niet te veel zorgen te maken: terwijl de financiële sector aan de basis lag van de crisis van 2008, zou hij in de huidige crisis een stabiliserende factor moeten vormen. Dit is te danken aan de stevige buffercapaciteit die banken en verzekeraars de voorbije jaren hebben opgebouwd. Ook de monetaire en prudentiële autoriteiten droegen bij tot de stevigere positie van de financiële sector. Dit stelt de sector in staat om vandaag verliezen op de leningenportefeuille op te vangen en zijn rol als kredietverlener te blijven vervullen.
De NBB wijst erop dat de Belgische banken zich sinds het uitbreken van de financiële crisis snel en grondig hebben geherstructureerd, wat leidde tot een versterking van hun kapitaalpositie, de opbouw van een solide liquiditeitsbuffer en een verbetering van de kwaliteit van de activa op hun balans. De Belgische banken presteren ook al vele jaren gemiddeld beter dan het gemiddelde van de eurozone. Voor de verzekeringssector geldt eveneens dat hij goed gekapitaliseerd is en uit verschillende indicatoren blijkt dat de sector bij aanvang van de crisis robuust was.
De sterke positie van de Belgische financiële sector betekent uiteraard niet dat er helemaal geen risico’s zijn. De NBB is vooral aandachtig voor de risico’s op de vastgoedmarkt. Ze wijst er tevens op dat doortastende en gecoördineerde beleidsacties van de fiscale, monetaire en prudentiële autoriteiten noodzakelijk zijn om de structurele impact van de crisis te beperken en de economie voor te bereiden op een heropstart. Aldus pleit de Nationale Bank voor de ondersteuning van de reële economie door middel van een accommoderend budgettair en monetair beleid. Daarnaast moet er voldoende liquiditeit beschikbaar zijn voor de banksector via een uitbreiding van de liquiditeitsprogramma’s van de ECB. Ook de prudentiële autoriteiten moeten volgens de NBB de continuïteit van de financiële intermediatie helpen verzekeren.
In normale tijden neemt het prudentieel beleid vooral preventieve maatregelen die ervoor moeten zorgen dat banken voldoende reserves opbouwen om eventuele risico’s te kunnen opvangen. De contracylische buffers dienen als indekking tegen economisch zwakkere periodes en structurele buffers bieden een bescherming tegen algemene risico’s zoals een mogelijke besmetting op de kapitaalmarkten wanneer er een probleem opduikt bij een bank of product. Daarnaast moeten banken specifieke buffers aanhouden om zich in te dekken tegen bv. vastgoedrisico’s. Al vanaf de eerste tekenen dat de economie in zwaar weer ging terechtkomen, zijn de prudentiële autoriteiten overgeschakeld naar een crisismodus, waarin ze toelaten om een deel van de opgebouwde buffers aan te spreken. Tegelijkertijd houden ze nog reserves achter de hand, die ze pas zullen vrijgeven als er zich bv. een crisis op de vastgoedmarkt zou voordoen. De banken werden er ook toe aangezet om de dividenduitkeringen van de winsten in 2019 te beperken.
Hoewel er zeker nog heel wat risico’s zijn die aandachtig in het oog moeten worden gehouden, zoals de vastgoedrisico’s en de risico’s verbonden aan de langdurige lage renteomgeving, de klimaatverandering, of de cyberaanvallen, concludeert de NBB dat de Belgische financiële sector goed gepositioneerd is om de COVID-19-crisis zonder kleerscheuren te doorstaan.