Op 15 juli hebben de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de bijzondere raadgevende commissies Verbruik en Distributie een gezamenlijk advies uitgebracht over het herroepingsrecht in het kader van e-commerce. Aanleiding voor dit advies vormt het voorstel van resolutie dat in de Kamer werd ingediend en een aantal aanbevelingen bevat om tot een duurzaam en evenwichtig herroepingsrecht in het kader van e-commerce te komen.
Met dit advies bouwen de bovengenoemde adviesorganen voort op eerdere adviezen die ze hebben uitgebracht inzake e-commerce, en waarin de ontwikkeling van een duurzaam, sociaal en ecologisch e-commerceverdienmodel centraal staat. Hierbij kunnen drie hefbomen een sleutelrol spelen. Naast het belang van de organisatie van de e-commercelogistiek aan de hand van drie speerpunten, zijn ook informatie, transparantie en sensibilisering van de consument uiterst belangrijk. Zo ondersteunen de adviesorganen ten volle de ontwikkeling van een webtool bij de check-out van een online aankoop, met een visuele indicatie van de meest duurzame leverings- en retourkeuze(s).
Naast een webtool kunnen ook andere transparantiebevorderende maatregelen succesvol zijn in de verduurzaming van de e-commerce en het terugdringen van ‘onnodige’ retours in het bijzonder. We denken hierbij aan een Europese uniforme maataanduiding voor kleding en aan het in 2021 in Nederland ingevoerde retourvignet om te voorkomen dat gebruikte of beschadigde artikelen worden teruggezonden.
Tot slot vormt ook wetgeving een belangrijke hefboom in de ontwikkeling van een duurzaam, sociaal en ecologisch e-commerceverdienmodel. De adviesorganen vragen om op EU-niveau te bepleiten dat de consument zijn herroepingsrecht niet kan uitoefenen als hij de goederen heeft behandeld op een wijze die verder gaat dan nodig is om de aard, de kenmerken en de werking van de goederen vast te stellen. Om interpretatieproblemen en mogelijke rechtsonzekerheid bij de toepassing van deze bepaling te vermijden, zou het eerder vermelde retourvignet één van de mogelijke instrumenten kunnen zijn om deze bepaling op een objectieve manier te kunnen toepassen.
Gezien de nood aan een Europees kader om een gelijk speelveld te creëren, roepen de adviesorganen de beleidsmakers op om de bovenstaande problematiek hoog op de Europese agenda te plaatsen, meer in het bijzonder naar aanleiding van het Belgisch voorzitterschap van de EU in de eerste helft van 2024.