De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) vinden dat de inspanningen om de multimodaliteit (d.i. de combinatie van vervoersmodi) zo aantrekkelijk mogelijk te maken, moeten worden voortgezet en waar nodig uitgebreid of geïntensifieerd.
Waarom is er nood aan meer multimodaliteit?
Multimodaliteit biedt talloze onmiskenbare voordelen
Meer multimodaliteit is nodig om te kunnen garanderen dat de tewerkstellingspolen, de economische poorten en de logistieke centra in ons land zo vlot en duurzaam mogelijk bereikbaar zijn voor zowel het personen- als het goederenvervoer. Dat is dan weer belangrijk voor een verbetering van de mobiliteitssituatie evenals voor de strijd tegen de klimaatopwarming en de luchtvervuiling. Bovendien komt dit ook de economische welvaart, de gezondheid en het welzijn van de bevolking ten goede.
Multimodaliteit heeft een aanzienlijk groeipotentieel in het personenvervoer…
Multimodaliteit heeft een aanzienlijk groeipotentieel in het personenvervoer. Dat kan onder meer worden afgeleid uit twee vaststellingen: de wagen blijft het meest gebruikte vervoermiddel voor het vervoer van personen; aangezien de wagen de mobiliteitsgebruiker in veel gevallen een deur-tot-deur-oplossing biedt voor zijn verplaatsingen, wordt hij zelden met een ander vervoermiddel gecombineerd.
Ziehier enkele cijfers ter illustratie van het groeipotentieel van multimodaliteit in het woon-werkverkeer, dat goed is voor 18% van de verplaatsingen en voor 27% van de afgelegde reizigerskilometers in ons land . De wagen blijft het meest gebruikte vervoermiddel voor het woon-werkverkeer: 67,5% van de werknemers pendelt met de wagen. Slechts 1 % van de autopendelaars verplaatst zich multimodaal.
De meest voorkomende combinaties van vervoersmodi voor woon-werktrajecten
Bron: fod Mobilteit en Vervoer (2019), Enquête monitor over de mobiliteit van de Belgen
…maar dat groeipotentieel blijft onderbenut
De onderbenutting van het groeipotentieel van multimodaliteit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is een basisvoorwaarde om tot meer multimodaliteit te komen, nl. eenvoudig en vlot kunnen overstappen van het ene vervoermiddel op het andere, vandaag de dag niet vervuld wegens een gebrek aan integratie van het aanbod, de infrastructuur, de tarieven, de dienstregeling enz. Ten tweede bestaan er nog niet voor iedereen aantrekkelijke alternatieven voor de wagen die de mobiliteitsgebruiker een oplossing van deur tot deur bieden voor zijn verplaatsingen.
Hoe de multimodaliteit in het personenvervoer verder ontwikkelen?
Een geïntegreerd openbaarvervoersysteem tot stand brengen
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) pleiten voor de totstandbrenging van een geïntegreerd openbaarvervoersysteem ten dienste van de reiziger (zie hun adviezen van 29 juni 2021 en 12 april 2021). Ze zijn ervan overtuigd dat op elkaar afgestemde dienstregelingen, net als geïntegreerde tarieven en vervoerbewijzen, de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer vergroten en zo kunnen bijdragen tot de realisatie van een modal shift.
Een geïntegreerd openbaarvervoeraanbod moet volgens hen worden geïntegreerd met het private aanbod van gedeeld vervoer en zo samen deel uitmaken van een omvattend mobiliteitssysteem. Dit alles vraagt overleg en samenwerking tussen de openbaarvervoeroperatoren, hun voogdijoverheden en andere mobiliteitsactoren.
Waar staan we nu?
Federaal minister van Mobiliteit Gilkinet heeft de ambitie om in samenwerking met de gewestministers van Mobiliteit vooruitgang te boeken op het vlak van de integratie van de openbaarvervoertarieven in ons land. Een concrete stap in die richting werd gezet met de Brupas XL, die op 1 februari 2021 gelanceerd werd door de vier openbaarvervoeroperatoren. Het betreft een ticket- en abonnementenformule die reizigers toegang geeft tot al het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en een straal van 11,5 kilometer daarrond. De Brupass XL is volgens de CRB en de NAR een stap in de goede richting. Maar om een nog grotere impact te hebben in termen van modal shift, is het in hun ogen aangewezen om de toepassingsperimeter ervan te vergroten.
De CRB en de NAR moedigen de openbaarvervoeroperatoren en hun voogdijoverheden aan om nog meer dergelijke initiatieven te nemen met het oog op de tariefintegratie van het openbaar vervoer in België. Ze stellen dan ook met tevredenheid vast dat de openbaarvervoeroperatoren niet stilzitten en initiatieven zullen blijven nemen in dit domein. Voor meer info ter zake kunt u hier klikken.
Momenteel wordt er parallel gewerkt aan een langetermijnspoorvisie met tijdhorizon 2040 en aan nieuwe beheerscontracten voor de NMBS en Infrabel. Zoals werd aangekondigd in het regeerakkoord van de regering-De Croo zal deze langetermijnspoorvisie onder meer de ontwikkeling van een geïntegreerd openbaarvervoersysteem beogen, een doelstelling dus die de CRB en de NAR ten volle onderschrijven. Over het nieuwe beheerscontract van de NMBS zijn de onderhandelingen volop lopende. De CRB en de NAR vinden dat de NMBS via dat contract zou moeten worden aangemoedigd om te overleggen en samen te werken met andere (publieke en private) mobiliteitsaanbieders, wat nodig is om een geïntegreerd omvattend mobiliteitssysteem tot stand te kunnen brengen. De Raden hopen dat met hun vraag rekening zal worden gehouden in het nieuwe beheerscontract van de NMBS, dat begin 2023 klaar zou moeten zijn.
Een trein-fietsstrategie uitwerken
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) vinden het belangrijk dat via het toekomstige beheerscontract van de NMBS wordt ingespeeld op de gestage toename van het fietsgebruik.
Hoe kan de combinatie van de trein met de fiets aangemoedigd worden? In hun advies van 29 juni 2021 (punt 2.2.3., blz. 10-11) bevelen de CRB en de NAR daartoe verschillende concrete pistes aan.
Waar staan we nu?
In juni 2021 presenteerde de NMBS haar trein-fietsstrategie, die in lijn ligt met de aanbevelingen van de CRB en de NAR. Concreet zal de NMBS zorgen voor meer capaciteit voor fietsen op de treinen, om tegen 2025 uit te komen op 6.700 fietsplaatsen (+50%): meer - vooral beveiligde - fietsenstallingen in de stations, om in de komende jaren uit te komen op minstens 150.000 plaatsen; duidelijkere bewegwijzering - met name aan de buitenkant van de (trein)wagons - en duidelijkere informatie voor de reizigers, met onder meer een NMBS-app speciaal voor fietsen. Deze trein-fietsstrategie vormt een keerpunt en is volgens de CRB en de NAR een stap in de goede richting. Er zal een evaluatie worden gemaakt en de NMBS zal in de komende jaren haar trein-fietsstrategie verder moeten aanpassen.
Minister van Mobiliteit Gilkinet is van plan om, conform de wens van de Raden, een trein-fietsstrategie te integreren in het nieuwe beheerscontract van de NMBS, dat begin 2023 klaar zou moeten zijn.
Flexibele abonnementen lanceren die multimodaliteit mogelijk maken
Om in te spelen op de gewijzigde mobiliteitsvraag als gevolg van het toegenomen telewerk en van andere evoluties op de arbeidsmarkt (bv. de opmars van deeltijds werken en van werken op verschillende locaties) zal de NMBS haar productengamma in de eerste helft van 2022 uitbreiden met “flex abo’s”. Dit zijn flexibele abonnementen voor het woon-werkverkeer waarmee een bepaald aantal reisdagen per maand of per jaar kunnen worden gekocht en die afgestemd zijn op de verplaatsingsbehoeften van werknemers die twee à drie dagen per week van en naar het werk reizen.
In hun advies van 29 juni 2021 sommen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) en aantal voorwaarden op die volgens hen vervuld moeten zijn om van de flexibele abonnementen van de NMBS succesformules te maken die het woon-werkverkeer per trein naar een hoger niveau tillen.
Een van die succesvoorwaarden is dat deze abonnementen multimodaliteit mogelijk zouden moeten maken. De CRB en de NAR vinden dat de flexibele abonnementen van de NMBS niet alleen een interessante optie mogen zijn voor werknemers voor wie de trein een deur-tot-deuroplossing biedt voor hun woonwerkverplaatsingen, maar eveneens voor werknemers die daarvoor de trein moeten combineren met andere vervoermiddelen. Bijgevolg vragen ze ervoor te zorgen dat de flexibele abonnementen kunnen worden aangevuld met een multimodaal luik, o.a. een parkeersupplement, regionale openbaarvervoersupplementen, een fietssupplement enz.
Waar staan we nu?
Momenteel loopt er een testfase met een beperkt aantal grote bedrijven, die voorafgaat aan de lancering van de flexibele abonnementen. Het multimodale luik van deze abonnementen zal niet worden getest: de NMBS moet immers nog verder nadenken over de hoogte van de prijs van het parkeersupplement en bovendien moeten de openbaarvervoeroperatoren en hun voogdijoverheden nog afspraken maken over de regionale openbaarvervoersupplementen. De CRB en de NAR hopen dat de flexibele abonnementen die in 2022 gelanceerd zullen worden, zullen voldoen aan de succesvoorwaarden die ze in hun advies van 29 juni 2021 formuleerden.
Het gebruik van het mobiliteitsbudget aanmoedigen
Volgens de CRB en de NAR vormt het mobiliteitsbudget een belangrijk instrument om de multimodaliteit te faciliteren. Met een mobiliteitsbudget kunnen werknemers die over een bedrijfswagen beschikken of ervoor in aanmerking komen, immers kiezen voor verschillende duurzamere vervoermiddelen als alternatief voor of in aanvulling op een bedrijfswagen.
De Raden zijn al lang vragende partij voor een mobiliteitsbudget dat mobiliteitsdoestellingen nastreeft een geen instrument van loonoptimalisatie vormt. Getuige daarvan zijn hun adviezen ter zake van 7 april 2017, 21 februari 2018 en 25 september 2018.
Waar staan we nu?
Bij wet van 17 maart 2019 voerde de regering een mobiliteitsbudget in. Op dit moment wordt daar in de praktijk weinig gebruik van gemaakt : in het vierde kwartaal van 2020 werden er volgens de cijfers van de RSZ slechts 503 mobiliteitsbudgetten toegekend.
In hun advies van 28 september 2021 hebben de CRB en de NAR verschillende maatregelen geformuleerd om misbruiken met het mobiliteitsbudget tegen te gaan en om de administratieve complexiteit die de toegang tot en het gebruik van het mobiliteitsbudget afremt, te verminderen. De federale regering en het federaal parlement hebben de Raden hierin gevolgd. De voorstellen van de Raden werden integraal opgenomen in het wetsontwerp houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit dat op 10 november 2021 door de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers werd goedgekeurd.