Hoewel het duidelijk is dat COVID-19 een ongeziene schokgolf veroorzaakt doorheen de wereldeconomie, heerst er veel discussie over de precieze impact ervan. De gebruikelijke economische modellen, die gebaseerd zijn op de waarnemingen uit het verleden, verliezen aan voorspellingskracht in deze uitzonderlijke omstandigheden. Er moest daarom worden gezocht naar creatieve, robuuste methoden om het verloop van de crisis te kunnen ramen op basis van de beschikbare informatie. Elke instelling is er zich echter van bewust dat haar vooruitzichten gekenmerkt worden door een erg grote onzekerheidsmarge.
Binnen de CRB worden de economische ontwikkelingen van nabij opgevolgd, zodat het sociaal overleg hier zo goed mogelijk rekening mee kan houden. Het is voor de sociale partners dan ook belangrijk te begrijpen hoe de vooruitzichten van elke instelling van elkaar verschillen. In dit verslag overlopen we daartoe hoe de twee grootste onzekerheden, m.n. de initiële impact van COVID-19 en het verdere verloop van de crisis, werden verwerkt in de groeimodellen die de vooruitzichten genereren. We richten ons op de instellingen die tevens input leveren voor het Technisch verslag over de maximaal beschikbare marge voor de ontwikkeling van de loonkosten. Na een bondige bespreking van de uiteenlopende methodologieën bekijken we voor België en de buurlanden hoe deze kunnen leiden tot de geobserveerde verschillen in de vooruitzichten.