In 2022 telde de Belgische voedings- en drankenindustrie 99.600 werknemers en was ze qua werkgelegenheid met een aandeel van 20,1% de belangrijkste industriële sector in België. De sector had een hoog aandeel arbeiders en een hoog aandeel vrouwen in vergelijking met de totale industrie. Het opleidingsniveau in de sector was relatief laag in vergelijking met de industrie en de rest van de economie. De vaststelling voor de in het verleden getelde knelpuntberoepen bleef grotendeels overeind, namelijk een tekort aan bakkers en bakkershulpen, slagers en slagershulpen, uitsnijders/uitbeenders, productieoperatoren, onderhoudsmecaniciens en onderhoudselektriciens. De toegenomen grensarbeid duidt op de moeilijkheid om geschikt personeel te vinden op de binnenlandse arbeidsmarkt. De flexibilisering van het werk nam over de lange periode van 2000 tot 2023 toe.
Dit verslag van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven gaat dieper in op een reeks facetten van de werkgelegenheid in de voedingssector. Concreet komen de geografische verdeling en de omvang van de werkgelegenheid, de typologie van de werknemer, de arbeidsorganisatie, de werknemersmobiliteit en de knelpuntproblematiek die eigen is aan de sector aan bod.