De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) heeft onlangs zijn advies over het jaarverslag 2023 van de Nationale Raad voor de Productiviteit (NRP) goedgekeurd. Het advies zal worden toegevoegd aan het verslag van de NRP en beide documenten zullen worden genotificeerd aan de regering, het parlement en de Europese Commissie. Dit verslag heeft tot doel de stand van de kennis over de productiviteit en het concurrentievermogen vast te stellen om meer te weten te komen over de bronnen van de productiviteitsgroei.
Productiviteitsgroei is de beste manier om de financiële middelen te verhogen die noodzakelijk zijn om de maatschappelijke uitdagingen aan te pakken waarmee België geconfronteerd wordt (de klimaatverandering, de vergrijzing van de bevolking, de digitale transitie, gezondheidszorg, mobiliteit, inclusie enz.). Productiviteitsgroei zorgt ook voor een duurzame stijging van de inkomens van de bevolking.
In zijn verschillende verslagen nam de NRP in de loop van de voorbije twee decennia een vertraging van de productiviteitsgroei van de totale economie waar in België, net als in de andere vergeleken landen. Terwijl de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit per uur tijdens de coronacrisis behouden is gebleven in vergelijking met de economische en financiële crisis van 2008, werd ze in België daarentegen negatief beïnvloed door de economische vertraging als gevolg van de oorlog in Oekraïne.
De CRB herhaalt het belang van het combineren van een hoog niveau van het arbeidsvolume en een hoge groei van de arbeidsproductiviteit voor de ontwikkeling van de Belgische economie. Tussen 2019 en 2022 ging de bescheiden, zij het positieve, groei van de arbeidsproductiviteit in België gepaard met een aanzienlijke groei van het arbeidsvolume, zoals blijkt uit de sterke creatie van banen in 2021 en 2022.
In zijn advies brengt de CRB verschillende belangrijke thema's naar voren die belangrijk zijn om de productiviteitsgroei en het concurrentievermogen te waarborgen: investeringen, een voldoende aanbod van geschoolde arbeidskrachten, innovatie, industriebeleid, mededinging en sociale dialoog.