In hun gezamenlijk advies van 9 juni 2023 hebben de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de bijzondere raadgevende commissie Verbruik en de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling zich uitgesproken over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 mei 2014 betreffende het op de markt brengen van stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand. Dit ontwerp van koninklijk besluit beoogt een uitbreiding van het toepassingsgebied met biociden, materialen en voorwerpen bestemd om in contact te komen met levensmiddelen, pigmenten en cosmetische producten. Verder wordt een prioriteringssysteem voorgesteld voor complexe artikelen en consumentenproducten die mogelijk nanomaterialen bevatten. Dit systeem beoordeelt het toxische risico van blootstelling aan deze materialen.
De adviesorganen beklemtonen de nood aan een geharmoniseerde regelgeving op Europees vlak. Ze stellen dat dit noodzakelijk is om aan de huidige ambiguïteiten tegemoet te komen. Meer kennis om op Europees niveau het beleid mee vorm te geven zal hierbij essentieel zijn.
De adviesorganen stellen onder meer vast dat de huidige tekst van het ontwerp van koninklijk besluit een aantal onduidelijkheden bevat op het vlak van definities en wat het toepassingsgebied betreft. De adviesorganen vragen om dit op te helderen.
Verder wijzen ze op het belang van een onafhankelijke regelgevingsimpactanalyse, die in deze afwezig blijkt. Een duidelijke, objectieve evaluatie van de werking van het huidige koninklijk besluit is bovendien essentieel om met kennis van zaken te handelen in het kader van een aanpassing ervan.
Ten slotte hebben de adviesorganen vragen bij de beoogde inwerkingtredingstermijn van het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit, die bijzonder kort is. Ze vragen derhalve om voor een doordachte planning te zorgen en stellen zelf voor om eventueel een systeem van gefaseerde inwerkingtreding te hanteren.